Intra-operatieve neuromonitoring

Definitie

Continu testen ("monitoren") van bepaalde functies van het zenuwstelsel van een patiënt onder narcose (operatie of op intensieve zorgen) met electrofysiologische technieken.

De bruikbare technieken zijn:

  • EEG: electro-encephalogram: registratie van de electrische activiteit van de hersenen.
  • EMG: electromyogram: registratie van de electrische activiteit en geleiding van spieren en zenuwen in armen of benen.
  • EP onderzoek: geëvokeerde potentialen ("evoked potential") onderzoek:
  1. SSEP: somatosensorisch EP: opmeten van de reactie (activiteit) in de hersenen die ontstaat door prikkeling van een gevoelszenuw arm of been.
  2. MEP: motorisch EP: opmeten (via EMG registratie) van de activiteit in de ledematen na prikkeling van het centraal zenuwstelsel door directe cortexstimulatie (op de hersenen) of transcraniële stimulatie (door de hoofdhuid).

Deze technieken kunnen voor specifieke doeleinden en evt. in combinatie met elkaar gebruikt worden om in delicate hersen- of ruggenmerggebieden te opereren en real-time informatie te krijgen of de belangrijke cellen en zenuwbanen nog intact en functioneel zijn of bedreigd worden.

Voorbeelden

  • Nervus facialis (motorische aangezichtszenuw) monitoring (EMG) bij brughoektumoren
  • Plexus brachialisoperaties
  • SSEP en MEP monitoring tijdens ruggenmerg-ingrepen of hersenoperaties t.h.v. gebieden welke instaan voor het gevoel en of de motoriek.

Alternatief

Awake heelkunde, waarbij de patiënt “wakker” geopereerd wordt, of wake-up heelkunde, waarbij de patiënt tijdens de ingreep wakker gemaakt wordt en geëxtubeerd wordt. Dit vergt een grote voorbereiding van de ingreep en goede begeleiding van de patiënt. Deze technieken zijn zeer waardevol bij delicaat gelegen letsels in de hersenen, waarbij de bvb. spraak en begrip van de patiënt continu live getest kunnen worden.